2 Koningen 20:14

SVToen kwam de profeet Jesaja tot den koning Hizkia, en zeide tot hem: Wat hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u gekomen? En Hizkia zeide: Zij zijn uit verren lande gekomen, uit Babel.
WLCוַיָּבֹא֙ יְשַֽׁעְיָ֣הוּ הַנָּבִ֔יא אֶל־הַמֶּ֖לֶךְ חִזְקִיָּ֑הוּ וַיֹּ֨אמֶר אֵלָ֜יו מָ֥ה אָמְר֣וּ ׀ הָאֲנָשִׁ֣ים הָאֵ֗לֶּה וּמֵאַ֙יִן֙ יָבֹ֣אוּ אֵלֶ֔יךָ וַיֹּ֙אמֶר֙ חִזְקִיָּ֔הוּ מֵאֶ֧רֶץ רְחֹוקָ֛ה בָּ֖אוּ מִבָּבֶֽל׃
Trans.wayyābōʾ yĕšaʿĕyāhû hannābîʾ ʾel-hammelek ḥizqiyyāhû wayyōʾmer ʾēlāyw mâ ʾomrû  hāʾănāšîm hāʾēlle ûmēʾayin yābōʾû ʾēlêkā wayyōʾmer ḥizqiyyāhû mēʾereṣ rĕḥōwqâ bāʾû mibbābel

Algemeen

Zie ook: Hizkia (koning v. Juda), Jesaja (profeet)

Aantekeningen

Toen kwam de profeet Jesaja tot den koning Hizkia, en zeide tot hem: Wat hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u gekomen? En Hizkia zeide: Zij zijn uit verren lande gekomen, uit Babel.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יָּבֹא֙

Toen kwam

יְשַֽׁעְיָ֣הוּ

Jesája

הַ

-

נָּבִ֔יא

de profeet

אֶל־

tot

הַ

-

מֶּ֖לֶךְ

den koning

חִזְקִיָּ֑הוּ

Hizkía

וַ

-

יֹּ֨אמֶר

en zeide

אֵלָ֜יו

tot

מָ֥ה

hem: Wat

אָמְר֣וּ׀

gezegd

הָ

-

אֲנָשִׁ֣ים

-

הָ

-

אֵ֗לֶּה

hebben die

וּ

-

מֵ

-

אַ֙יִן֙

waar

יָבֹ֣אוּ

gekomen

אֵלֶ֔יךָ

zijn zij tot

וַ

-

יֹּ֙אמֶר֙

zeide

חִזְקִיָּ֔הוּ

En Hizkía

מֵ

-

אֶ֧רֶץ

lande

רְחוֹקָ֛ה

verren

בָּ֖אוּ

gekomen

מִ

-

בָּבֶֽל

Babel


Toen kwam de profeet Jesaja tot den koning Hizkia, en zeide tot hem: Wat hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u gekomen? En Hizkia zeide: Zij zijn uit verren lande gekomen, uit Babel.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!